Kind
Wat het belangrijkste is voor het kind is dat het zichzelf moet kunnen zijn op onze school. Het is belangrijk dat een kind zich veilig voelt op school, waardoor hij of zij zich volledig kan ontplooien. Het is belangrijk dat de leerkracht vertrouwen heeft in de leerling. Dit is wat kinderen vooral waarnemen: geloven ze in mij of niet, geloven ze dat ik het wil en dat ik wat ik ook, ook zal laten zien? (Woltjer, 2014). Wanneer er geen veilig klimaat in de school zou zijn, zou dit praktisch onmogelijk zijn. Vandaar dat een veilig schoolklimaat hoog op onze prioriteitenlijst staat.
Daarnaast zijn we ervan overtuigd dat een kind is wat het is. Probleemkinderen bestaan namelijk niet. Het probleem lijkt misschien soms het kind te overschaduwen, maar we doen er alles aan om de leerling achter het probleem te zien. Ieder kind is verschillend, uniek. De unieke leerling, een schepsel van God, mag er zijn zoals hij is, zonder de labels die hij mogelijk in de loop van de tijd heeft gekregen (Rotier e.a., 2007).
Leren
Wat leren betreft staat zelf ontdekkend leren hoog op de lijst. Op deze manier blijven leerlingen gemotiveerd en geconcentreerd en is het leerrendement hoger dan wanneer de leerlingen alles voorgezegd krijgen. Hierbij is het belangrijkrijk dat er sprake is van een rijke leeromgeving. Een rijke leeromgeving bevordert het enthousiasme om aan activiteiten deel te nemen. Een omgeving is ‘rijk’ als er middelen en materialen aanwezig zijn die veel handelings-, ervarings- en leermogelijkheden bieden (Janssen-Vos, 2008). Een rijke leeromgeving bevordert de betrokkenheid. Wie betrokken is , voelt zich goed, heeft een gevoel van voldoening en geniet ten volle (Alkema, 2015).
Daarnaast is de wisselwerking tussen leerkracht en leerling van groot belang. Van de leerlingen wordt veel inbreng verwacht en daar wordt door de leerkrachten dan ook om gevraagd. Dit is ook onderdeel van het zelfontdekkend leren. Er wordt in een zekere mate zelfstandigheid van de leerlingen verwacht, maar de leerkracht zal er altijd zijn om bij te springen als dat nodig is.
De leerlingen krijgen bij ons een steeds grotere verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces. Als we iedere leerling verantwoordelijk stellen voor zijn eigen leerproces en een ieder zijn leren moet aantonen of zonder hulp van anderen een prestatie moet leveren, vindt er geen verdamping van de verantwoordelijkheid plaats. Iedere leerling is aansprakelijk voor zijn individuele bijdrage en zijn eigen leerproces. Ieder van ons doet harder zijn best voor een opdracht als we weten dat het succes of het mislukken van de opdracht alleen aan onszelf wordt toegeschreven en dat wij verantwoordelijk worden gehouden (Artikel Teams).
Ten laatste vinden wij samenwerken erg belangrijk. Leerlingen moeten, zeker met oog op de toekomst, goed leren om samen te werken. Als ze dat al op jonge leeftijd leren, hebben ze hier in de toekomst alleen maar gemak van. Natuurlijk werken de leerlingen ook op bepaalde momenten zelfstandig of alleen, omdat dit ook van hen wordt verwacht. Er is een goede balans tussen samenwerken en alleen werken. Het samenwerken gebeurt meestal is heterogene groepen, waardoor de leerlingen echt van elkaar kunnen leren. Deze groepen veranderen ook per opdracht, zodat de leerlingen leren om met alle anderen samen te werken.
Didactiek en docentrol
Het grootste doel van een docent op onze school is dat hij of zij de leerlingen begeleidt op hun reis naar hun toekomst. De docent heeft daarom ook vooral een begeleidende rol, waarin hij of zij de leerlingen verder helpt en hen inzicht geeft in hun fouten. Het is namelijk erg belangrijk dat de leerlingen inzicht krijgen in wat ze fout doen, zodat ze hiervan leren voor de toekomst. Ze zijn niet voor niets op reis en fouten maken hoort bij deze reis.
Maar geen reis zonder reisleider, oftewel de docent.
Naast de begeleidende rol van de docent, heeft de docent ook vertrouwen in ieder kind. De docent zal er altijd naar streven om het beste uit alle kinderen naar boven te halen. Het is heel belangrijk dat de leerkracht niet alleen de groep, maar vooral de kinderen als individuen ziet. Ieder kind is anders en zal een andere benadering nodig hebben. De leraar is er voor zijn leerlingen. Met zijn hele persoonlijkheid is hij beschikbaar. De leerlingen mogen al zijn aandacht vragen. Hij stelt zich op onbevangen wijze open voor het hele kind (Rotier e.a., 2007). De docenten streven ernaar om ieder kind persoonlijk te benaderen en hen, voor zover dat mogelijk is, zo goed mogelijk begeleiden op de reis naar de toekomst.
Hiernaast heeft de leerkracht nog een heel belangrijke rol. De leerkracht is namelijk in eerste instantie degene die het kompas draagt. De kinderen zullen dit beetje bij beetje ook gaan dragen, maar de docent zal de kinderen wijzen op het kompas, oftewel op de Bijbel. De leerkracht is hierin een voorbeeldfiguur, iemand aan wie de kinderen zich kunnen spiegelen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb